Seksueel overdraagbare aandoeningen, vaak simpelweg soa’s genoemd, komen nog altijd veel voor in Nederland. Het aantal soa’s dat jaarlijks wordt vastgesteld blijft al enige tijd gelijk, met uitzondering van hiv, waarvan het aantal diagnoses afneemt.

Gezien de bekendheid van soa’s onder de bevolking en de goede behandelmethodes, is dit enigszins opvallend: waarom blijven mensen een soa oplopen?

De reden hiervoor zit waarschijnlijk in verschillende factoren.

Gebrek aan symptomen

Veel soa’s, waaronder chlamydia en gonorroe, de meest voorkomende soa’s in Nederland, veroorzaken lang niet altijd symptomen. In het geval van chlamydia ondervindt slechts 10% van de vrouwen en 50% van de mannen klachten en andere symptomen. 

Vaak wordt hierdoor aangenomen dat er geen besmetting heeft plaatsgevonden en wordt er ook geen soa test uitgevoerd om de aanwezigheid van een soa vast te stellen.

Wanneer geen klachten zijn, is de soa echter nog altijd besmettelijk. Zonder het te weten kan een soa zo worden overgedragen. Ook de volgende persoon kan wederom geen symptomen ondervinden en daarom geen soa test laten uitvoeren. Voordat iemand toch een soa test laat uitvoeren, kan de aandoening al meerdere keren zijn overgedragen.

Een regelmatige soa test wordt aan ook met klem aanbevolen door zorginstanties. Een soa zonder symptomen kan bovendien op de lange termijn alsnog klachten veroorzaken, die vaak ernstiger zijn de klachten die in een beginstadium kunnen plaatsvinden.

Resistentie

Net als bij veel andere bacteriële infecties, neemt resistentie toe. De bacteriën hebben aanpassingen gemaakt, waardoor antibiotica niet meer of niet voldoende aanslaat. Hierdoor blijft de soa aanwezig. Omdat er meestal geen test wordt uitgevoerd na een behandeling, wordt dit soms pas laat opgemerkt en kan er ondertussen wederom verspreiding hebben plaatsgevonden.

Resistentie kan altijd optreden, maar ontstaat vaak ook doordat men een antibioticakuur niet goed afrond. Soms wordt er gestopt met een behandeling wanneer de klachten zijn verdwenen. Er kunnen op dit moment echter nog lage concentraties bacteriën aanwezig zijn.

Deze bacteriën krijgen te maken met een lage dosis antibiotica door het stoppen van de behandeling. Hierdoor is de kans dat de bacteriën sterven kleiner en krijgen de bacteriën de mogelijkheid om resistentie op te bouwen, enigszins vergelijkbaar met de wijze waarop vaccins werken bij mensen.